Articles, Society

‘PTSS heb je niet alleen’

In de documentaire Getekend, Veteranen in therapie volgt Coen Verbraak zes veteranen tijdens de behandeling van hun posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Een van hen is Patrick. Hij en zijn ex Nicole vertellen over de impact van zijn uitzending naar Bosnië. 

Patrick: “Sommige mensen vallen op. Dan is het net alsof er een engeltje in een grote mensenmassa staat. Nicole was mijn engel. In 1999 leerden we elkaar kennen. Halsoverkop moest ik een tweepersoonsbed kopen, binnen een half jaar woonden we samen.
’s Nachts zweette ik veel, dat viel Nicole meteen op. Ik maakte een grapje, zei dat het angstzweet was omdat ik nog niet gewend was om naast haar in bed te liggen. Dan was ik er maar vanaf. Nicole wist vanaf het begin dat ik in Bosnië heb gediend. Misschien vermoedde ze wel dat er iets aan de hand was, maar we praatten er nauwelijks over.
Met het verstrijken van de jaren ging ik Nicole steeds iets meer vertellen over mijn tijd in Sarajevo. Bijvoorbeeld over de onmacht die ik voelde toen een vrouw huilend naar mijn post belde en om hulp en voedsel smeekte en mijn collega uit onmacht de hoorn erop gooide. Of over mijn hulpeloosheid toen ik een vrouw moest achterlaten met een bloedende buikwond nadat ze gewond was geraakt door een granaataanval. Ik was pas twintig. Bosnië was een vredesmissie, maar na een week was ik er al van overtuigd dat we daar niets goeds konden doen. Nazorg heb ik nooit gehad.
Na de missie ging ik aan de slag als hovenier en werkte ik lange dagen. Ik hield mezelf constant bezig. Want op het moment dat ik niets te doen had, hoorde ik die vrouw gillen aan de telefoon. ’s Nachts vloog die granaat mijn nachtmerries in en moest ik de gewonde vrouw opnieuw achterlaten. Badend in het zweet werd ik dan wakker. Nicole vertelde ik niets.

Huilbaby
We kregen kinderen. Onze zoon huilde veel, ik wist niet hoe ik hem rustig kon krijgen. Ik trok het niet, werd gefrustreerd en had weinig aanleiding nodig om boos te worden. Zo kwam het dan Nicole voor de kinderen zorgde en ik hard bleef werken. Ik cijferde mezelf weg. Tijd voor elkaar hadden we bijna niet. In 2008 had ik niets meer om handen en stortte ik in. ’s Avonds zat ik op de bank spelletjes te spelen op de laptop. Nicole haalde de kinderen van school, maakte het eten klaar, deed het huishouden en legde de kinderen in bed. Daarnaast werkte ze ook. Ik had niet het idee dat er iets mis was. Maar op een dag stond ze voor mij en zei: ‘nu moet je hulp gaan zoeken, anders houd ik ermee op.’ Ik had er absoluut geen zin in, maar voor haar en de kinderen ben ik toen in therapie gegaan.
Dankzij de therapie zijn we meer gaan praten. Na twintig jaar hoorde Nicole de echte verhalen uit Bosnië. Mijn vertrouwen in haar groeide. Het kostte alleen ontzettend veel energie. Hierdoor had ik geen energie meer voor het gezin Soms lag ik dagen op de bank en vond ik dat iedereen zich aan mij moest aanpassen. Ik was prikkelbaar en mijn woede-uitbarstingen werden erger.
In 2012 kwam Nicole met het bericht dat ze niet meer verder wilde. Dat kwam als donderslag bij heldere hemel. Ik vond het zo oneerlijk, voor mijn gevoel heeft ze het te vroeg op gegeven. Maar als ik terugkijk en zie wat ze allemaal op haar bord heeft gekregen, snap ik best dat de koek op was.
Ik ben nu klaar met de therapie, het heeft me gevormd en handvatten gegeven met lastige situaties om te gaan. Het lukt me met vallen en opstaan weer enigszins deel te nemen aan het ‘normale’ leven. Dit kost echter nog steeds veel energie.
Onze verstandhouding is redelijk. Maar het blijft moeilijk. Elke keer als ik haar zie, is ze weer heel even dat engeltje in de mensenmassa. Tien seconden. Daarna gaat het lampje uit. Voel ik me opnieuw in de steek gelaten. Zij was de enige die ik al die jaren echt heb vertrouwd.”

Nicole: “Patrick was de grappige buurman. Dat guitige trok me aan. Onze relatie was ontspannen. We waren veel buiten, gingen af en toe wandelen in de Ardennen. We hadden veel lol. Om de grapjes die hij maakte over het feit dat hij ’s nachts zo ontzettend zweette, heb ik gegierd van het lachen. Geen moment heb ik eraan gedacht dat het iets met zijn uitzending te maken had.
Na de geboorte van onze zoon veranderde Patrick. Opeens kreeg hij een korter lontje en kwam er spanning in huis. Ik nam steeds meer taken over. Het idee was dat ik een studie zou gaan volgen, maar dat is er nooit van gekomen. Ik ben mezelf gaan wegcijferen. Dat gaat heel geleidelijk. Achteraf zie je pas dat je jezelf onderweg ergens kwijt bent geraakt.
Toch hadden we nog steeds lol en stonden we samen tegenover de wereld. Maar ik kreeg steeds meer het idee dat hem iets dwarszat en dat dat met de uitzending te maken had. Ik heb een aantal keer gevraagd of hij met een professioneel iemand wilde praten, maar dat kapte hij altijd af. Patrick vond dat hij het goed had verwerkt. Ik moest niet zo zeuren.
Het omslagpunt kwam na een reünie in Doorn met Bosniëveteranen. Dat was de eerste keer dat Patrick met logenoten praatte. Na dat weekend lag hij steeds vaker op de bank, zijn lontje werd alsmaar korter en hij werd onvoorspelbaar. We liepen allemaal op onze tenen om ervoor te zorgen dat hij niet boos zou worden. De spanning die in huis hing, beïnvloedde mij. Patrick kreeg de diagnose posttraumatische stress-stoornis (PTSS), maar ik ging ook symptomen van PTSS vertonen: ik had een slechte concentratie, vergat van alles en werd steeds vaker boos op de kinderen. PTSS heb je niet alleen. Partner en kinderen lijden hier ook onder. Op een dag heb ik tegen hem gezegd dat mijn grens bereikt was. Met lood in zijn schoenen koos hij voor therapie.

Open gesprekken
We hebben in die tijd heel open gesprekken gehad, ook over zelfmoord. Dat maakte onze relatie heel intens en diep. Uiteindelijk denk ik dat het daar mis is gegaan: ik werd zijn hulpverlener en heb hem de ruimte gegeven om patiënt te zijn. Pas in de laatste zes maanden van onze relatie begon ik mij te realiseren dat ik niet gelukkig was. We kregen vaker meningsverschillen. Ook over de kinderen. Ik begon ze steeds meer in bescherming te nemen. Ik kon het niet meer aanzien dat hij boos op ze was, ook al was dat terecht. Intussen kampte ik met depressieve klachten en zat ik in therapie. Ik kon niet meer vooruit, werd steeds meer meegezogen in zijn negatieve gevoelens en wist niet meer wanneer ik voor het laatst had gelachen. Toen heb ik tegen hem gezegd dat ik het niet meer kon.
Uiteindelijk heeft de scheiding mij en de kinderen rust gebracht. Ik kan nu weer genieten van kleine dingen, lach veel vaker en heb meer geduld. Maar zijn PTSS heeft mij ook getekend. Ik voel mij schuldig om de dingen die ik heb gedaan ten opzichte van de kinderen. En ik ben uiteindelijk toch mijn maatje kwijtgeraakt.”

Gepubliceerd in ncrv-gids
Kijk de documentaire Getekend, Veteranen in therapie terug.