Articles, Humans, Society, Travel

Hoop houden & sterk blijven

Ruim twee miljoen mensen zijn Zuid-Soedan ontvlucht sinds de gewelddadige burgeroorlog die in 2013 begon. Ze hopen dat Oeganda hen een veilige plek kan bieden. Documentairemaakster Emmi van den Boom volgt Lia Grace Simon en haar kinderen in Palorinya, een vluchtelingenkamp in het noordoosten van Oeganda.

7.LGS_EmmivdBoom

Lia Grace Simon slaakt een zucht van verlichting terwijl ze de bus uitstapt en een kleine koffer naast zich in het rode zand zet. Ze kijkt naar haar drie kinderen, Sokiri, Pita en Derreck, die na haar de bus uitkomen. Het is warm, ruim veertig graden Celsius, maar het deert haar niet. Ze stapelt de paar bezittingen die ze nog heeft op elkaar: een dunne matras waar ze de laatste weken op heeft geslapen, twee koffertjes met wat kleren en de rugzak met diploma’s en haar laptop, zonder oplader, want die is ze in alle haast vergeten. Om haar heen staan honderden andere mensen te wachten. Honderden anderen zoals zij. Mensen die het geweld in hun thuisland Zuid-Soedan zijn ontvlucht.

De broeierige wind waait zand in haar gezicht. Grace knijpt haar ogen samen terwijl ze naar de rij loopt om zich te registeren in het kamp. We zijn in Palorinya, een vluchtelingenkamp in het noordoosten van Oeganda. Vlak bij het ijzeren toegangshek staan twee grote witte tenten waar iedereen zich moet melden voordat ze een plekje toegewezen krijgen in het kamp.

“Hoe heet je?” vraagt de vrouw achter het plastic tafeltje met een lange lijst namen voor zich. “Lia Grace Simon, ik ben vanochtend aangekomen.” Grace drukt haar duim in het stempelkussen en vervolgens op het registratieformulier van het vluchtelingenkamp. Ze krijgt een stempelkaart, bonnetjes voor materialen en het nummer van haar plek in het kamp. Dan loopt ze terug naar haar kinderen. Het is 17 januari 2017. “Ik weet niet precies wat er nu gaat gebeuren. Maar ik ben in ieder geval met mijn kinderen. We zijn veilig. Dat is het enige waar ik al maanden van droom.”

Tot zeven maanden terug woonde de familie Simon in Kejo Keji, een kleine stad in het zuiden van Zuid- Soedan. Tot 2011 was het land met 12,5 miljoen inwoners deel van Soedan. Maar na meerdere decennia aan oorlogen tussen het Arabische noorden en christelijke zuiden, riepen politici in het zuiden op tot een referendum voor onafhankelijkheid. Ruim 98 procent stemde voor. In de zomer van 2011 was het zo ver. Zuid-Soedan vierde feest. “Iedereen hoopte dat het nu beter zou worden,” blikt Grace terug. Maar nog geen twee jaar later groeide een ruzie tussen president Salva Kiir en voormalig vicepresident Riek Machar uit tot een bloederige burgeroorlog.

1.LGS_EmmivdBoom

“Ik werkte in een privé ziekenhuis en heb met eigen ogen gezien wat de rebellen en soldaten met elkaar en met onschuldige burgers deden,” vertelt Grace twee weken later in haar kleine hutje dat ze heeft gebouwd met materialen van UNHCR. “Mannen werden gemarteld met hete stalen pinnen. Er waren massaverkrachtingen. Onschuldige mensen werden vermoord. Wie verdacht werd van het helpen van de rebellen van de vicepresident werd opgepakt en gemarteld door de regeringssoldaten. Ze hadden geen bewijs nodig om iemand te vermoorden.”

Lees verder op Blendle.

 

Gepubliceerd in het novembernummer van Opzij, 2017. Zowel tekst als fotografie is van mij.